Ontwormen van het paard
Wormen vormden van oudsher de belangrijkste bedreiging van de gezondheid en het prestatievermogen bij paarden en pony’s. Wel is de bestrijding steeds gemakkelijker geworden door de ontwikkeling van steeds betere medicijnen die, vergeleken met daarvoor gebruikte middelen, steeds beter werkten tegen steeds meer wormsoorten. Daarnaast waren nieuwere middelen gemakkelijker toe te dienen, beter verkrijgbaar en vaak goedkoper. Het grote voordeel hiervan is geweest dat zeer schadelijke wormsoorten vrijwel zijn uitgeroeid, zoals de longworm en de gevreesde Strongylus vulgaris. Het nadeel was dat de middelen zonder diagnose of onderzoek gewoon elke zes of acht weken werden toegediend. De prijs van een diagnostisch onderzoek was immers veel hoger dan die van het wormmiddel. Baat het niet, het schaadt ook niet is daarbij de leidende gedachte geweest. Dat bleek een misvatting. De meest schadelijke wormen van dit moment, de kleine Strongyliden of bloedwormen, ontwikkelden resistentie tegen de voorheen perfect werkzame middelen van de groep wormmiddelen met benzimidazolen als werkzame stof en datzelfde gebeurt nu met de groep wormmiddelen met pyrantel als werkzame stof. Andere wormsoorten zoals de paardenspoelworm en de veulenworm zijn begonnen aan een voorzichtige comeback. De paardenspoelworm is op veel plaatsen al ongevoelig tegen de – momenteel meest gebruikte – middelen met ivermectine of moxidectine als werkzame stof.
Resistentie wordt veroorzaakt doordat wormen te vaak in contact komen met hetzelfde wormmiddel. Wordt te vaak ontwormd, of ontwormd met een te lage dosis, dan krijgen de wormen met de minste gevoeligheid de kans om zich veel sterker te vermenigvuldigen in vergelijking met gevoeliger wormen. Daardoor ontstaat uiteindelijk een genetisch ongevoelige wormenpopulatie. Immers alle gevoelige wormen zijn verdwenen, doordat continu dat middel wordt gebruikt. Om de gevoeligheid voor de nog bruikbare wormmiddelen in stand te houden, wordt volgens de nieuwste inzichten het advies gegeven om niet alle paarden te behandelen, maar enkele (oudere) paarden zonder klinische verschijnselen en met lage ei-uitscheiding onbehandeld te laten. Zo krijgen de gevoelige wormen kansen om zich te handhaven tegenover de resistente wormen. Wanneer de meest voorkomende kleine Strongyliden nu ook nog ongevoelig zouden worden voor de middelen met ivermectine/moxidectine, dan is er geen ander middel meer beschikbaar. De verwachting is dat er niet binnen afzienbare tijd een nieuwe groep middelen beschikbaar zal komen. Beperking van het gebruik van wormmiddelen op momenten dat het niet nodig is (omdat het risico op een besmetting toch al gering is) zal hierbij een eerste stap zijn.
Veulenworm
Veulenworm is een worm die direct, dus zonder tussengastheer of zonder de noodzakelijke ontwikkeling van de eieren tot besmettelijke larven in het weiland, het veulen besmet. Deze worm, die diarree kan veroorzaken bij jonge veulens, besmet het veulen via de larven in de merriemelk. Ook zitten eieren in de mest van de besmette veulens waardoor de bestrijding is gebaseerd op het ontwormen van veulens, het goed schoonhouden van hun stal en het behandelen van de merrie.
Spoelwormen
Spoelwormen vormen vooral een continue bedreiging voor de veulens,
doordat de besmettelijke eieren waarin zich een larfje bevindt dankzij
een sterke wand zeer lang kunnen overleven. Dat is de reden dat de
spoelworm vooral op opfokbedrijven veel problemen geeft. Een besmet dier
kan miljarden eieren produceren die vanuit het weiland of de stal
worden opgelikt door de veulens. De enige manier om besmettingen te
voorkomen is te vermijden dat een dergelijke uitscheider op uw bedrijf
komt. Daarnaast is het erg belangrijk nooit de veulens te weiden op
weiland waar eerder de oudere veulens of jaarlingen hebben gelopen omdat
die juist de eieren uitscheiden.
Datzelfde geldt trouwens ook voor de stallen omdat deze wormen een veulen direct kunnen hesmetten vanuit het strooisel.
Lintwormen
Lintwormen hebben een tussengastheer nodig. De lintwormeieren in de mest van het paard worden opgegeten door mijten die in het gras voorkomen. In de mijt ontwikkelt zich een larvenstadium dat besmettelijk is voor het paard. Bestrijding van de mijten op de wei is onhaalbaar. Ook hier is het dus zaak besmetting van de mijten te voorkomen door te zorgen dat er geen paard met lintworm in uw weiland komt.
Longwormen
Longwormen zijn een heel ander verhaal. Hier vormen ezels het reservoir voor infectie van paarden. De ezels worden er niet ziek van maar zij scheiden wel veel larven uit via de mest. Op de wei vindt ontwikkeling tot besmettelijke larven plaats. Paarden die deze larven opnemen, kunnen er ernstig ziek van worden. Door de zeer effectieve middelen die worden gebruikt, is deze besmetting bij ezels vrijwel verdwenen waardoor ook paarden minder risico lopen. Voorheen was het echter zeer raadzaam ezels en paarden nooit samen te weiden.
Bloedwormen
Bloedwormen: de gevaarlijkste en meest voorkomende wormen waren en
zijn de Strongyliden. We onderscheiden de grote Strongyliden, waarvan de
Strongylus vulgaris de beruchtste is. Deze worm kan dodelijk zijn voor
het paard omdat de larven de wanden van de slagaders in de buik kunnen
aantasten, waardoor een dodelijke bloeding kan ontstaan. Omdat deze
wormen een lange cyclus hebben en gevoelig zijn voor behandeling met
ivermectine en verwante middelen, is deze worm op veel bedrijven
verdwenen.
Tegenwoordig worden de kleine Strongyliden of bloedwormen als meest
bedreigend voor de gezondheid van het paard beschouwd. Vanwege de korte
cyclus van deze wormen wordt vaak geadviseerd de paarden elke zes tot
acht weken te behandelen. Bij een doelgerichte aanpak kan het aantal
behandelingen sterk worden teruggebracht.
De eieren van deze wormen moeten zich immers eerst in het weiland
ontwikkelen tot besmettelijke larven voor zij een ander paard of veulen
kunnen besmetten. Daardoor is behandelen eigenlijk alleen nodig bij
paarden die daadwerkelijk in het weiland komen. Behandeling dient dan
ook vooral om de uitscheiding van de eieren op het land te beperken.
Om de besmetting in het weiland te verlagen kunnen in plaats van
behandelen met medicijnen ook andere maatregelen getroffen worden. Heel
efficiƫnt is bijvoorbeeld het verwijderen van de mest binnen een week.
zodat er geen larven op het gras kunnen komen. Maar ook het gras maaien
voordat de paarden erin komen zal een groot deel van de weidebesmetting
verwijderen.
Larven van de bloedworm op een mestbal
Copyright Dr. M. Eysker
Tegenwoordig is het niet meer mogelijk zonder recept van een dierenarts wormmiddelen te verkrijgen bij de leveranciers van dierbenodigdheden. Een van de argumenten daarvoor is dat door een doelgerichtere toepassing van deze medicijnen de resistentieontwikkeling van de paardenwormen kan worden afgeremd. Het is immers in ieders belang dat er werkzame middelen beschikbaar blijven.
Tips om uw paard zo goed mogelijk wormvrij te krijgen of houden.
- Zet niet te veel paarden bij elkaar in de wei, het beste is de paarden iedere 5-6 weken naar een nieuw gedeelte te verplaatsen.
- Verwijder regelmatig de mest uit het weiland.
- Ontworm een nieuw paard bij aankomst en houdt het 2 dagen apart van de groep.
- Laat regelmatig een mestonderzoek doen om een wormbesmetting op te sporen of uit te sluiten. Breng hiervoor wat ontlasting van uw paard in plastic verpakt naar de praktijk. Op deze manier kunt u ook goed controleren of het wormmiddel wat u gebruikt nog effectief is en of het nodig is zo vaak te ontwormen.
- Merrie met veulen: behandel de merrie voor de geboorte met een middel met ivermectine. Het pasgeboren veulen moet op 1-2 weken leeftijd voor het eerst worden ontwormd. Na een maand kan een tweede behandeling gegeven worden. Hierna om de 6-8 weken behandelen. Behandel de merrie altijd gelijk met het veulen! Behandel het veulen niet met moxidectine (Equest) in verband met mogelijke bijwerkingen. Beter is het een ivermectine preparaat te gebruiken.
- Controleer de mest na het ontwormen op kleine rode wormpjes. Als u deze vindt is het paard ernstig besmet en is vaker en beter ontwormen geboden.
- Behandel de paarden twee keer per jaar met een middel tegen lintwormen, bij voorkeur in het voor- en najaar.
- Ontworm gedurende de weideperiode iedere 8-10 weken. Als de paarden in de winter op stal staan is een eenmalige behandeling aan het begin van de winter voldoende.
- Behandel alle paarden gelijktijdig!
Hoe zwaar is uw paard/pony?
Maar hoe weet ik hoe zwaar mijn paard is? Sommige mensen hebben het geluk dat er een weegbrug in de buurt is, anderen laten iemand met een weegschaal komen en weer anderen gokken het gewicht van hun paard. Dat terwijl het voor medicijnen en ontworm- middelen erg belangrijk is om het gewicht van uw paard te weten. Een te hoge dosis is niet goed voor uw paard en onnodig duur, terwijl een te lage dosis (bijvoorbeeld bij een wormpasta) resistentie van de wormen kan opleveren.
Het is echter niet zo moeilijk het gewicht van uw paard te schatten, als je gebruik maakt van een meetlint. Hierop kunt u direct het gewicht aflezen. Iets nauwkeuriger is de volgende rekenmethode: (borstomvang in cm) x (borstomvang in cm) delen door de romplengte A-B (zie onderstaand plaatje).