Familie Van Schooten, Okkenbroek: ‘Secuur werken is de basis voor succes’
Nul procent nieuwe infecties tijdens de droogstand. En honderd procent genezing van infecties die er aan het begin van de droogstand waren. De score van familie Van Schooten in Okkenbroek tijdens de droogstandsevaluatie van Dierenkliniek Deventer is niet te verbeteren.
,,We hebben een enorme hekel aan de problemen die uierontsteking met zich meebrengt. Daarmee doen we er veel aan om mastitis te voorkomen en het celgetal laag te houden”, vertelt Ina van Schooten. Samen met echtgenoot Wim en zoon Erwin heeft ze een melkveebedrijf met 40 koeien aan de Klinkenweg in Okkenbroek.
Ina, Wim en Erwin bespreken met hun dierenarts Bert Gerrits hoe ze hun koeien zo optimaal mogelijk aan een nieuwe lactatie laten beginnen.
Ook de melkveehouders Van Schooten zetten hun koeien sinds enkele jaren selectief droog. Volgens de adviezen van Dierenkliniek Deventer gebruiken ze droogzetters met antibiotica bij koeien met een celgetal boven de 50.000 en vaarzen boven de 150.000. Ook brengen ze bij alle droog te zetten dieren Orbeseal in om het tepelkanaal af te sluiten.
,,Daarnaast gebruiken we ook eigen normen” vertelt Wim van Schooten. ,,Ik let bijvoorbeeld op de mastitisgeschiedenis van een koe. Als een koe een half jaar geleden coli-mastitis heeft gehad, kies ik soms toch voor antibiotica-droogzetters ondanks een laag celgetal.”
Dierenarts Bert Gerrits stelt dat melkveehouders die consequent werken de beste resultaten scoren op het gebied van uiergezondheid. ,,Soms vertellen melkveehouders dat ze werken volgens onze celgetalnormen bij het droogzetten van koeien. Als ik dan doorvraag naar wat er bij individuele koeien gebeurd is, blijkt echter dat het droogzetbeleid de ene dag toch anders is dan de andere dag.”
Het gemiddelde tankmelkcelgetal bij Van Schooten is laag: het varieert tussen de 30.000 en 70.000. De melkproductie per koe (rollend jaargemiddelde) is 9.800 kg met 4,60 vet en 3,80 eiwit. ,,Ons streven is dat het tankmelkcelgetal gedeeld door duizend lager is dan de BSK”, grapt Erwin.
Het lage tankmelkcelgetal komt de melkveehouders niet aanwaaien. Ze schenken veel aandacht aan een strikte hygiëne in de stal en tijdens het melken.
Voerligboxenstal
De stalhygiëne vergt extra inzet omdat Van Schooten werkt met een voerligboxenstal. ,,De stal dateert uit 1978, maar functioneert nog prima. Feit is wel dat de ligplek bij voerligboxen sneller vuil is dan bij een normale ligboxenstal”, vertelt Wim. ,,Om dat te compenseren maak ik regelmatig een rondje door de stal om de boxen schoon te houden. Zeker vijf, zes keer per dag doe ik dat.” De melkveehouders strooien de boxen twee maal daags in met populieren zaagsel en strooien ook af en toe kalk om de kiemdruk laag te houden. Wim: ,,Onze ervaring is dat het type kalk moet passen bij het dipmiddel dat je gebruikt. Is dat niet het geval dan ontstaan meteen schrale spenen.”
Wim en Ina melken vrijwel altijd samen. ,,Daardoor hebben we de tijd om alle handelingen zorgvuldig uit te voeren. We beseffen dat onze situatie anders is dan op veel bedrijven waar één melker veel koeien moet melken”, zegt Ina. Zorgvuldig werken betekent voor Wim en Ina onder meer dat ze koeien goed uit melken. Soms betekent dit bijvoorbeeld dat ze van bepaalde koeien één kwartier langer melken dan de andere. De melkveehouders zijn secuur met voorbehandelen en gebruiken bij iedere koe een schoon stuk uierpapier. Na iedere koe met een verhoogd celgetal spoelt Ina het melkstel door met heet water om zo overdracht van kiemen te voorkomen.
De Van Schooten’s mikken op een melkproductie van maximaal 12 kg per dag op het moment van droogzetten. Bij sommige koeien is het nodig om de melkproductie te remmen om onder de 12 kg te komen. ,,Die zet ik dan een paar dagen vast in de voerligbox en voer haar een schraler rantsoen.”
Bij het daadwerkelijke droogzetten gaat Wim uiterst secuur te werk. Hij draagt altijd handschoenen. De alcoholdoekjes die je meegeleverd krijgt bij droogzetters en Orbeseal gebruikt hij niet. ,,Veel te klein. Ik desinfecteer de spenen spiritus op uierpapier.”
Na het inbrengen van droogzetantibiotica en Orbeseal dipt Wim de spenen met een speciale droogzetdip.
Ook bij de droogstaande koeien houdt Wim de voerligboxen goed schoon. Het voerrantsoen tijdens de droogstand is niet bijzonder volgens de melkveehouders. ,,Naast kuilgras, krijgen de droogstaande koeien een klein beetje mais. We proberen zo te voeren dat de koeien niet in conditie toenemen.” Vanaf twee weken voor afkalven, krijgen de koeien ook wat energierijk krachtvoer. De krachtvoergift gaat omhoog tot maximaal 3 kg nabij afkalven.
Afkalven
Nog niet zo lang geleden is Wim begonnen met het dippen van droogstaande koeien in de laatste weken voor afkalven. ,,Daarvoor gebruik ik een gewone jodiumdip. Ik doe dat niet bij alle koeien, maar bij risicodieren die bijvoorbeeld melk uitliggen of een celgetalgeschiedenis hebben.”
Wim, Ina en Erwin concluderen dat een succesvolle droogstand veel inspanningen en voortdurende aandacht vergt. Ina: ,,Je moet altijd scherp blijven.”