Schmallenberg: Het verhaal van de knut en de koe

en verder: Pas op met afvoer van (mogelijk) drachtige koe

Het loopt niet lekker bij de melkkoeien; productie blijft achter en de mest is veel te dun. Koeien hebben aanhoudende koorts, productiedaling en traanogen (of zelfs met pus). Door de kenners ook wel betiteld als: er gaat iets rond.

Dit ‘iets’ kan het Schmallenbergvirus zijn. Deze ziekte is voor het eerst beschreven in 2011 in het Duitse Schmallenberg en ook dit jaar zijn er meerdere bedrijven positief getest op afweerstoffen binnen de landsgrenzen. Geiten en schapen zijn ook gevoelig voor het virus, mensen niet!
Besmetting zorgt naast koorts en diarree voor abortus en misvormd geboren kalveren. De dieren hebben afwijkingen zoals een scheve nek, waterhoofd en stijve gewrichten. De meeste misvormde dieren worden dood geboren. Levend geboren dieren zijn niet levensvatbaar. De verschijnselen zijn het gevolg van een virusbesmetting van het moederdier tijdens de dracht tussen de 60 en 120 dagen. Bij het jongvee kan koorts en diarree waargenomen worden, maar een infectie kan hier ook subklinisch, dus zonder duidelijke verschijnselen, verlopen.

De knut is aanstichter van het kwaad. Wanneer deze vlieg bloedzuigt besmet zij de koe met het virus. Eitjes worden gelegd in een warme mestrijke omgeving waar de larven na een paar dagen uitkomen. Een larve kan tot 7 maanden voortleven en dus ook een winterperiode overleven. Er is geen besmetting van vlieg op larve, waardoor eventuele overwinteraars in principe vrij zijn van het virus. De volwassen knut zelf is niet bestand tegen nachtvorst.Een echte behandeling voor een infectie met het Schmallenbergvirus bestaat niet.

De behandeling van zieke dieren moet gericht zijn op het voorkomen van bijkomende bacteriële infecties en het tijdig inroepen van de dierenarts wanneer de geboorte van een kalf of lam moeizaam verloopt.De maatregelen ter bestrijding van de ziekte zijn vooral gericht op beperken van verspreiding via insecten: adequate vliegenbestrijding voor dieren buiten, en goede ventilatie i.c.m. madendood binnen. De aanstaande winter zal tevens helpen de hoeveelheid volwassen knutten te verminderen.Diagnose is mogelijk via afweerstoffenonderzoek in het bloed.
Tot slot: er zijn een veelvoud van veroorzakers van diarree en productiedaling, waarbij het effect van te kort geconserveerde mais voeren niet vergeten mag worden. Grootste verschil met Schmallenberg (of een andere infectieuze veroorzaker) is dat deze dieren geen hoge koorts hebben.

Pas op met afvoer van (mogelijk) drachtige koe

In de Wet dieren staat een bepaling dat hoogdrachtige koeien niet meer vervoerd mogen worden over de openbare weg en dus ook niet naar het slachthuis. Hoogdrachtig betekent in deze zaak: meer dan 8 maanden drachtig = over 90% van draagtijd = meer dan 252 dagen na inseminatie of dekking. Een jaar geleden is er ook een veehouder in een proefproces veroordeeld voor het laten slachten van een koe met een groot kalf er in. De nVWA let tegenwoordig erg goed op bij de slacht en neemt actie wanneer er een koe aan de slachtlijn hangt met een (groot) kalf er in. Als veehouder kunt u een boete tegemoet zien van € 1500. Als excuus wordt niet geaccepteerd dat u zegt: “ik wist niet dat de koe drachtig was…”.
Soms wordt door de nVWA contact gezocht met de dierenartsenpraktijk om te verifiëren of er door ons een diagnose is gesteld op dracht. Wanneer u (en uw handelaar) dus twijfelt of niet zeker weet of een koe drachtig is en u wilt deze koe afvoeren naar de slacht: neem dan geen risico en bel uw dierenarts om een antwoord te krijgen of de koe wel of niet naar de slacht mag. Dit kost een stuk minder dan de bovengenoemde boete!

Met vriendelijke groet,

Karin van Heuven-van Kats, Elske van der Mik, Bert Gerrits, Sjoerd Malda en Jorien Druijf.