Schade door deze vliegende insecten uit zich met name in groeivertraging en verminderde productie als gevolg van onrust. Daarnaast kunnen vliegen ziekten (zoals mastitis, maar mogelijk ook BVD) overbrengen.
In ons land kennen we verschillende soorten buitenvliegen, waarvan de zomerwrangvlieg (Hydrotea irritans) wellicht de meest beruchte is. Ook de kleine steekvlieg (Haemotobia irritans) veroorzaakt veel overlast. Vliegen zijn erg hinderlijk voor mens en dier en veroorzaken onrust en steekwonden, die ontstoken kunnen raken. De zomerwrangvlieg brengt de veroorzaker van zomerwrang over, een vorm van uierontsteking bij niet-melkgevende runderen zoals droge koeien, pinken en kalveren. Dit probleem speelt vooral op zandgronden met houtwallen. Op veengronden komt zomerwrang minder voor en op klei nauwelijks. Dieren met zomerwrang hebben koorts, zijn suf, krijgen een dik kwartier en raken verzwakt. Het aangetaste kwartier is meestal voorgoed voor de melkproductie verloren. De kleine steekvlieg leeft van bloed. Als de kleine steekvlieg in een zwerm op de rug en flank van een rustig grazend rund neerstrijkt, is de irritatie bij dit rund groot. De vele steekwondjes kunnen tot ontstekingen leiden. De kleine steekvlieg legt haar eitjes in verse mest. De totale cyclus van de steekvlieg neemt tien dagen in beslag. Knutten (Culicoides) zijn de belangrijkste verspreiders van onder andere de virusziekte Blauwtong bij de herkauwers. De knut leeft twee tot drie weken. bij koel weer een maand. Wereldwijd bestaan er honderden soorten knutten. Blauwtong is een aangifteplichtige ziekte. Een uitbraak heeft consequenties voor de handel en het vervoer van herkauwers in het gebied of tussen landen. Vliegen komen in het algemeen vooral voor in perioden met warm en vochtig weer. De aanwezigheid van vliegen hangt daarnaast sterk af van de grondsoort, de begroeiing en de aanwezigheid van open water. In beboste gebieden met een broeierig klimaat kan het zinvol zijn regelmatig vliegende insecten te bestrijden. De meeste vliegen leggen hun eigeren in mest en voedselresten. Een goede hygiene draagt bij tot het terugbrengen van het aantal vliegen. Met insecticide oorflappen (Auriplac) en opgietmiddelen (Butox) wordt de overlast sterk beperkt. de oorflappen (twee per dier) kunt u het beste in de eerste helft van juni aanbrengen, vervolgens werken ze drie tot vier maanden. het gebruik van opgietmiddelen met insecticiden werken bij preventie voor zomerwrang vier tot zes weken, tegen steekvliegen werken ze acht tot tien weken.